Een stukje Paradijs in de Hel
Jan Louagie
Een stukje Paradijs in de Hel
Nieuw Engelstalig boek over Talbot House tijdens W.O. I

Ter gelegenheid van de 100ste verjaardag van Talbot House in Poperinge schreef Jan Louagie, sinds 1982 secretaris van de vzw Talbot House, een nieuw boek over het bekendste soldatenhuis van het Westelijk Front, dit keer in het Engels met de titel A Touch of Paradise in Hell. Het is het resultaat van meer dan 25 jaar opzoekingswerk en bevat een 400-tal authentieke getuigenissen uit brieven, dagboeken en andere Talbot House- documenten uit W.O. I. Het geheel  wordt geïllustreerd met ruim 270 foto’s, waarvan vele nooit eerder gepubliceerd.

Het boek werd voorgesteld op zaterdag 10 oktober om 16 uur in de Concert Hall van Talbot House.  Het eerste exemplaar werd overhandigd aan Alison Rose, Brits ambassadeur in België.

A Touch of Paradise in Hell kan niet alleen door de lezer thuis gesmaakt worden, maar kan ook een metgezel worden tijdens een bezoek aan Talbot House, de Ieperboog en de Somme, aangezien het personen en verhalen koppelt aan locaties. De verklarende noten bevatten een schat aan interessante achtergrondinformatie.

Achter het krijgsrumoer van de Ieperse frontstreek wordt Poperinge vanaf het vroege voorjaar van 1915 hét zenuwcentrum van de Britse sector. Het sluimerende provinciestadje groeit uit tot een bruisende en kleurrijke grootstad. Eind 1915 openden de legeraalmoezeniers Philip (‘Tubby’) Clayton en Neville Talbot een ‘Every-Man’s Club’. Het is een alternatief ontspanningsoord waar alle soldaten, zonder onderscheid van rang, welkom zijn. De bezieling waarmee Tubby zijn ‘herberg’ uitbaat, zal van Talbot House of ‘Toc H’ het bekendste soldatenhuis van het Britse Leger maken. Meer dan een half miljoen mannen konden er de oorlog even vergeten en een beetje lichamelijke, geestelijke of spirituele rust vinden.

Het eerste deel, Portrait of an Every-Man’s Club, schildert een levendig portret van Talbot House tegen de immense achtergrond van de gruwelijk van de oorlog, van de opening in december 1915 tot de sluiting begin 1919. De rode draad wordt gevormd door een ruime bloemlezing uit Tubby’s brieven, meestal aan zijn moeder. Die worden aangevuld met uittreksels uit zijn dagboeken en andere geschriften uit de oorlogsjaren. Samen met het relaas van tientallen andere ooggetuigen  geven ze ons een fascinerend inzicht in het leven dat Tubby en zijn gasten leidden, hun gedachten, dromen en idealen. Ze brengen het authentieke  verhaal van Talbot House.
 
In deel 2, A Home from Home, leidt Tubby ons rond in het soldatenhuis, van het vrolijke gejoel in de kantine tot de serene rust in de kapel.  Dit ‘geleid bezoek’ is gekruid met herinneringen van tientallen soldaten en officieren die vertellen hoe zij de unieke sfeer hebben ervaren.
 
In A House of People, wordt de focus eerst gelegd op de Padre en zijn ordonnans, soldaat Arthur Pettifer. Dan volgt een kleurrijk palet aan verhalen van de ‘herbergier’, elk over één welbepaalde ‘klant’ die er om een of andere reden in zijn herinnering uitspringt. Ook een aantal ‘Talbotousians’  grasduinen in hun herinneringen en diepen merkwaardige gebeurtenissen op die voor altijd met Tubby verbonden zullen blijven.
 
Het laatste hoofdstuk neemt ons mee beyond the walls van Talbot House. Op een aangrijpende manier schetst het Tubby’s bezoeken aan zijn pariochianen in de sloppenwijken van de oorlog, de kameraadschap, de vreugdes en beproevingen, de overwinning van de menselijke geest  op het onvoorstelbare lijden. Een aantal zeldzame getuigenissen over het korte leven van het zwaar op de proef gestelde ‘dochterhuis’ in Ieper maken het plaatje compleet.
 
De bijlagen, stuk voor stuk documenten die tijdens de oorlog in Talbot House het daglicht zagen,  werpen licht op de ontstaansgeschiedenis en de dagelijkse werking van de club.

De volledige opbrengst van het boek gaat naar de bewaring van Talbot House als waardevol cultureel erfgoed en de verdere uitbouw ervan als plaats van vrede en verzoening.

Meer info: www.talbothouse.be 
 

Gepubliceerd 15/10/2015.